Bloementuin

Tot vorige week lag mijn tuin er nog bij zoals ik hem in november had losgelaten. Het gras niet meer gemaaid, een dikke laag bladeren op de groentebedden en dode takken van de krulwilg tot ver in het rond geblazen door de wind. De narcissen, krokussen en hyacinten waren in februari onopgemerkt ontluikt en in maart alweer uitgebloeid, of uitgeregend. Niemand die het zeggen kon, iedereen zat binnen; bij stoof, haard of onder een fleecedekentje.

Het waren de brandnetels die me al enige tijd aanmaanden om in actie te schieten, maar telkens ik mijn kop buiten stak om orde op zaken te stellen, begon het terug te regenen. Tot ik op een redelijke dag vorige week twee uurtjes cadeau kreeg. De zon scheen alsof het midzomer was. Ik ging in het midden van de tuin staan. Half april waren het niet alleen de brandnetels die kwamen piepen. Ook de seringenstruik toonde trots zijn veelbelovende bloemknoppen, de meiklokjes tekenden weer present, aan de bessenstruiken kon je de vruchten al duidelijk herkennen en in het kluwen van dikke en dunne uitlopers van de wingerd op de tuinmuur barstten de eerste rode botten.

De tuin en ik waren klaar voor grondig opsmukwerk. Ik nam het tuingereedschap uit de garage, trok mijn handschoenen aan en botste al meteen op een bosje stinkende gouwe die zijn plek opeiste. Onbehoorlijk dat ze dat onkruid noemen. Het hele jaar door heeft die plant prachtige gele bloemen. Akkoord: je moet er met je fikken afblijven, maar wat een mooie plant. Ik liet hem staan. Ook de klaverzuring, paarse dovenetel, en hondsdraf kregen gratie. Bij de paarden- en boterbloemen twijfelde ik even, maar hoe dankbaar zouden de bijtjes niet zijn, moest ik ook hen clementie tonen. Uiteindelijk gingen alleen de brandnetels, een enkele distel en de wilde hop in de ligusterhaag eraan.

Niettemin: ik had plaats nodig. Het zaad voor de bloementuin die ik wilde inzaaien moest ik toch ergens kwijt? Heel voorzichtig harkte ik een plekje vrij. Daarbij botste ik op zaden gekiemd en uitgegroeid tot twee, vier en zelfs achtvormige bladrozetten. Het zou nog even duren alvorens ze prijs zouden geven welke bloemen of planten ze zouden worden. En niemand die het geweten zou hebben, moest ik ze daar ter plekke vermoord hebben. Toch kreeg ik het niet over mijn hart wortel en blad van elkaar te scheiden, dus ik liet ook hen onaangeroerd.

Uiteindelijk strooide ik het bloemenzaad (goed voor twintig vierkante meter) uit op een plekje van twee op twee. Ongetwijfeld zou het er wat krap worden, maar het kon me niet deren. Eerst was eerst. Het werk in de tuin was daarmee in een wip gedaan. De groentebedden konden wachten. Voldaan zette ik me neer op de verwilderde gazon, met mijn snoetje in de zon. Toegegeven, op die manier in de tuin werken, had zo zijn voordelen. En dat “onkruid” – what ‘s in a name – zal niet misstaan tussen de andere bloemen.

Eén reactie op “Bloementuin”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: