2025 loopt op zijn einde. Zoals elk jaar moet ik beslissen of ik nog een jaar langer deze stukjes wil schrijven. Ik leg kosten, investering en opbrengst naast elkaar en turf in mentale excelletjes. Elke boekhouder zou me zonder verpinken adviseren de pen neer te leggen. Ook niet bevorderlijk: de ene na de andere columnist gaf er de brui aan dit jaar. Van Wouter Deprez in de Standaard tot Joris Van der Aa in Gazet van Antwerpen. Voor hem was het verzinnen van columns niets minder dan een lijdensweg geworden, schreef hij in zijn laatste stuk. Ik ken het gevoel. Het lege scherm. Het onderwerp dat zich niet wil aandienen. Het uitstellen tot het te laat is.
Ook al was de regelmaat zoek, ik ben dit jaar blijven schrijven. Misschien omdat deze blog een kans is die ik kreeg, greep en die ik — schrijvend, twijfelend — vastgehouden heb. Misschien brengt het me ooit ergens. Misschien ook niet. Maar als ik ermee ophoud, is het voorbij. Er is geen pauzeknop en al helemaal geen terugspoelknop voor kansen. Geen undo. Hoogstens iets nieuws dat zich aandient, maar daar ben ik op dit moment niet naar op zoek. Nieuwe dingen brengen gedoe met zich mee. Daar heb ik even geen zin in. Geen nieuwe job. Geen nieuwe hobby. Geen nieuwe vakantiebestemming. Laat me maar doen.
In Antwerpen is het dezer dagen over de koppen lopen. Ik was er zelf niet bij, maar hoorde op het nieuws dat straten en pleinen afgesloten moesten worden voor de vele shoppers en gezelligheidszoekers. De binnenstad baadt nu dag en nacht in sfeer en kerstverlichting. Kerstkramen staan van het Operaplein tot aan de Schelde. Van gefrituurde kip met kaviaar tot oesters met Bloody Mary (ik verzin het niet): alles is te koop op de grootste kerstmarkt van Vlaanderen. En alles glanst.
Na de obligatoire suikerwafel, chocolademelk en jenever worden kerstmutsen afgezet en keert iedereen huiswaarts. Daar liggen de cadeautjes onder de mooi versierde kerstbomen. Met de verwarming op twintig gaan jassen, sjaals en wanten snel uit. De salonzetels zijn er zacht en uitnodigend en er is een assortiment thee. Geborgenheid als vanzelfsprekendheid. Iedereen keert graag terug naar die thuis waar warmte en knusheid wacht. Toch?
Een juf vertelde me onlangs over een lessenreeks rond Alice in Wonderland. Als afsluiter vroeg ze de leerlingen van het vijfde leerjaar drie dingen neer te schrijven die onmogelijk zijn. Boeken die praten. Op de rug van een walvis zwemmen. Onsterfelijk zijn. Eén leerling bleef stil. Het was weer datzelfde kind dat niet wilde meewerken. Of niet kon. De juf kon er haar vinger niet opleggen, dus spoorde ze hem aan. Na lang aandringen zei hij: een eigen slaapkamer. Dat was voor hem het onmogelijke. Geen dromen. Geen gadgets. Geen cadeau onder de kerstboom. Gewoon een plek voor zichzelf.
De situatie was herkenbaar. ‘Jij hebt de kinderen in de klas, ik begeleid als maatschappelijk werker de ouders,’ zei ik tegen de juf. Die gezinnen wonen in te kleine appartementen met armtierig meubilair en keukens waar elke week de schimmel van de muren geschrobd moet worden. Daar staan geen uitnodigende salonzetels. Daar is geen assortiment thee. Daar zijn dagen dat er helemaal geen verwarming is. Daar delen kinderen slaapkamers en speelgoed. Ze hebben één laptop met een beurtrol. Geen bureau om aan te studeren, geen deur om te sluiten. Geen pauzeknop en al helemaal geen terugspoelknop voor kansen. Zij hebben geen undo.
Soms is het beter je dat niet te levendig voor te stellen.
De warmte, onze thuis, de gezelligheid waarin wij leven en de me-time die we ons permitteren — luxe die we al lang niet meer als luxe ervaren — is welverdiend. We hebben er hard voor gewerkt. Dat is de legitimering die als echo’s aan de toog, bij koffieapparaten en op familiefeesten blijft doorklinken. We mogen alleen niet vergeten dat we eerst de kans kregen om goed te studeren. Om hard te werken. Om fouten te maken zonder dat die ons meteen de das omdeden. Om warm te zitten. Om cadeautjes met onze naam op onder een boom te zien liggen.
Misschien is dat waar kansen over gaan. Niet over ze grijpen of laten liggen, maar over wie ze überhaupt aangereikt krijgt. Stoppen is ook een legitieme keuze, maar blijven schrijven is, ondanks alles, misschien mijn manier om die gedachte vast te houden en dankbaar te zijn. Niet omdat het moet. Niet omdat het rendeert. Sommige kansen verdwijnen stilletjes, gewoon omdat je even de schouders laat hangen. Of even niet oplet. Daar ben ik nog niet klaar voor.
Tot in 2026. Maak er een mooi eindejaar van…



3 reacties op “Kansen”
dat is er eentje om over na te denken. Goed bezig
LikeLike
tof dat je het blijft doen, mooi geschreven. Tot in 206! Alice
LikeLike
Gelukkig met je keuze!
LikeLike