Wrang eerlijk. Zo kennen veel mensen me. Zonder rond de pot te draaien, recht voor de raap, maar nooit (of toch zelden) slecht bedoeld. Het is me, denk ik, om de efficiëntie te doen en dat doe ik door geen tijd te verliezen met de werkelijkheid in een mist van woorden te hullen. Zonder gedoe dus, wat soms resulteert in net iets te veel gedoe. En dat geldt niet enkel voor mezelf.
Zo herkende ik mezelf vorige week zondag erg in mijn neef, de Gamer. Vijftien is hij. We zaten met de familie aan de tafel en maakten ons vrolijk over de vlaag van brainfog die mijn moeder overviel. Zelfs vér voorbij de menopauze, blijven de symptomen, stelde mijn schoonzus vast. De gamer zette de pot choco neer. Hij begreep het niet zo goed. Excuus, dat heb ik verkeerd verwoord. De gamer is slim genoeg, hij begrijpt het allemaal wél goed, maar het rijmt soms niet in zijn hoofd.
Hij stelde zich luidop de vraag waarom alleen de mannen rekening moeten houden met de vrouw in menopauze. Het is toch de schuld van de vrouw dat er van alles verandert. Het werd meteen stil aan tafel en zijn jongere broer sloeg een hand voor de ogen. Zich bewust van het ongemak dat hij creëerde, verduidelijkte de Gamer zich. Wat hij bedoelde was dat hij niet begreep waarom de man en de zonen zich “alleen” moesten aanpassen? De vrouw – zijn moeder dus – kon toch ook wat moeite doen?
‘Zwijg gewoon, bro,’ riep zijn broer, de handen ondertussen al in de lucht gestoken. ‘Wat heb ik verkeerd gezegd?’ vroeg de Gamer oprecht. ‘Dat was vrouwonvriendelijk, bro!’ ‘Maar nee, de waarheid is toch niet vrouwonvriendelijk. Dat is gewoon zo!’ Mijn broer schudde zijn hoofd en fluisterde: ‘Dat maakt geen sikkepit uit.’
De Gamer pruttelde nog wat tegen, want als hij last had van zijn puberhormonen, moest hij er zelf mee dealen. ‘Niemand past zich dan aan.’ Zo omstandig mogelijk probeerde ik hem uit te leggen dat de menopauze in niets te vergelijken is met de op hol geslagen hormonen van een puber en dat hij zich op delicaat terrein bevond. De Gamer antwoordde dat hij helemaal niet vrouwonvriendelijk is, en als iets de waarheid is, er geen reden is om zich gekwetst te voelen.
Ik kan de Gamer onmogelijk beschuldigen van een gebrek aan empathie, want daar heeft hij tonnen van. Hoe het komt dat hij de emotionele impact van zijn woorden dan onderschat is volgens mij terug te brengen naar de waarheid. Die is voor hem minstens even belangrijk dan dat efficiëntie dat voor mij is. Dat we met onze uitspraken anderen beledigen en soms respectloos overkomen, besef ik altijd te laat en de Gamer gewoon nog niet…
De Gamer werd vergeven, de tassen thee ingeschonken, en het gesprek aan tafel kabbelde verder langs films en streamingsdiensten, via de kwaliteit van beeldschermen en werd daarna Koeterwaals. Er is een verschil tussen gewone beeldschermen en die van gaming pc’s, wist de Gamer. Het ging over de verversingssnelheid en dat er een groot prijsverschil was. Iets van duizenden euro’s. En dat als je echt, écht wil gamen dat zo’n duurder scherm te verkiezen was boven een gewoon scherm. De wederhelft kon niet overtuigd worden en zei dat het verschil tussen beide onmogelijk met het blote oog zien was.
‘Dat komt omdat jouw ogen trager zijn,’ antwoordde de Gamer, waarop er opnieuw een ongemakkelijke stilte viel. De gamer dacht dat hij niet begrepen werd en verduidelijkte zich: ‘Omdat je oud bent,’ voegde hij eraan toe. ‘Bro, nu doe je het weer!’ riep zijn broer. ‘Ouder, bedoelde ik, en met ouder bedoel ik vijftig plus of zo,’ verbeterde de Gamer zich. Het bleef stil aan tafel en zijn jongere broer sloeg een hand voor de ogen. De Gamer vroeg oprecht wat hij verkeerd had gezegd. ‘Dat was beledigend, bro!’ antwoordde zijn broer. ‘Maar nee, ’t is toch de waarheid. Vanaf je veertig gaan de ogen er op achteruit. Dat is gewoon zo!’ Mijn broer schudde zijn hoofd: ‘Dat maakt geen sikkepit uit.’
De Gamer had, zichzelf en zijn broer uitgezonderd, onbedoeld iedereen aan de tafel geconfronteerd met het feit dat we ouder zijn geworden. Kunstig geconstrueerde illusies om onszelf tegen die harde realiteit te beschermen, werden daar ongebalanceerd door de jongeman neergekegeld. Dat was natuurlijk niet zijn bedoeling, maar de waarheid was voor de Gamer heilig, ook als hij daarvoor enkele sociale conventies moest negeren.
‘Jij zegt toch ook altijd de waarheid. Hoe zou jij dit oplossen dan?’ vroeg hij mij. Ik moest toegeven dat ik het weinig anders aangepakt zou hebben en dat hij en ik niet zo heel erg verschillen op dat vlak. ‘Zwijgen is ook een optie. Dat kan je leren. Maar dan moet je je non-verbale communicatie ook onder bedwang kunnen houden.’ ‘Kan jij dat?’ vroeg hij. ‘Nee,’ antwoordde ik, ‘ik val achtennegentig procent van de tijd door de mand.’ ‘Spreek je daarom altijd de waarheid?’ vroeg hij. Ik knikte bevestigend, ‘En omdat ik zo verdomd veel van efficiëntie hou…’
‘Dan maakt de rest geen sikkepit uit,’ besloot de Gamer.


4 reacties op “Goed bedoeld”
🤣🤣🤣
LikeLike
😂😂😂 geweldig!!
LikeLike
Geweldig dit!!! 🤣
~De gamer
LikeLike
de waarheid komt uit een kindermond. Weet alleen niet of de gamer dit zal beamen 😉
LikeLike